Wereldwijde verzekeringscrisis door klimaatverandering dreigt

Een groep economen zocht uit welke schade écht is toe te schrijven aan klimaatverandering. Het ontnuchterende rapport, inclusief een doorwrochte onderbouwing, werd deze week gepresenteerd. De verzekerde verliezen door klimaatverandering stijgen jaarlijks met 6,5 procent; alsof er bij elke verzekeraar iemand langskomt die elk jaar 6,5% méér uit de premiepot snoept dan het jaar ervoor. De grootste schade is voor de VS. Nederland lijkt goed op weg.

 

Nienke Oomes is hoofd Internationale Economie & Ontwikkelingssamenwerking bij SEO Economisch Onderzoeken. Ze is een van de auteurs van het rapport ‘Klimaatverandering drijft verzekeringsclaims op’, dat deze week in ESB, het Nederlandse vakblad voor economen, verscheen. Het onderzoek onderbouwt dat er een ‘verzekeringscrisis’ kan ontstaan, omdat wereldwijd, maar nu nog vooral in de VS, het aantal claims door grote bosbranden en extreme weersomstandigheden sterk toeneemt.
“Het onderzoek (volledige Engelstalige pdf, red.) hebben we in opdracht van een Amerikaanse ngo gemaakt. Daarvoor is betaald, maar we bedingen altijd dat we bevindingen publiek mogen maken. Transparantie staat voorop”, vertelt Oomes.

 

Over de aanpak van de economen, waarbij cijfers van verzekeraars werden gekoppeld aan die van klimaatonderzoekers, vertelt Oomes: “Wij zijn geen klimaatwetenschappers, maar er is veel uitstekend klimaatwetenschappelijk onderzoek beschikbaar. Die literatuur hebben we gekoppeld aan de verliesdata van vijf grote verzekeraars, om met grote nauwkeurigheid in te schatten welk deel van de toename in claims nou écht door klimaatverandering, dus door menselijk handelen, komt.”

 

Wat betekent die 6,5% nu concreet?
Wereldwijd lopen de verzekerde verliezen als gevolg van klimaatverandering jaarlijks met zo’n 6,5 procent op. Oomes: “Dat percentage gaat over de ‘klimaatcomponent’ in verzekerde verliezen. Die groeit gemiddeld met 6,5 procent per jaar. Reken maar uit: in ongeveer tien à elf jaar verdubbelt dat deel.” Regionale verschillen zijn wel groot, en het rapport kijkt wereldwijd: “Wereldwijd weegt de VS zwaar. Een heel groot deel van de verzekerde klimaatschade slaat daar neer, door orkanen en bosbranden. Maar de trend is breder zichtbaar.” Het is alsof er bij elke verzekeraar iemand langskomt die elk jaar 6,5% méér uit de premiepot snoept dan het jaar ervoor.

 

Dat patroon heeft gevolgen voor premies, de acceptatie en de herverzekeringscapaciteit, zo zien de economen: “Na de recente bosbranden in Los Angeles van afgelopen januari zagen we al dat verzekeraars hun aanbod in risicogebieden beperkten. Dat is geen paniekreactie maar een kapitaalvraagstuk. ‘Zijn onze modellen nog wel up-to-date?’”

 

Een praktijkvoorbeeld van Nederlandse verzekeraars: open kennisdeling met andere landen
De Vereende organiseerde onlangs een webinar over de Spaanse aanpak bij overstromingen en rampen. De bedoeling is om meer van deze webinars voor de verzekeringssector te organiseren om zo internationale kennis over klimaatrisico’s te delen. De Spaanse aanpak bleek interessant.

 

Spanje werkt al zeventig jaar met één publiek fonds dat ‘buitengewone risico’s’ dekt: het Consorcio de Compensación de Seguros. Dit is een fonds dat schade door uitzonderlijke gebeurtenissen, zoals overstromingen, aardbevingen maar ook terrorisme, collectief dekt.

 

Iedere verzekerde in Spanje betaalt een vast bedrag bovenop de standaard woonhuis- of autoverzekering. Dit bedrag gaat naar Consorcio. Voor een woning van 300 duizend euro is dat bedrag ongeveer 21 euro per jaar; voor motorvoertuigen geldt een tarief van ongeveer 2,10 euro. Omdat deze regeling al sinds 1954 bestaat, zat er tot de grote overstromingen in Valencia zo’n 12 à 13 miljard euro in kas.

 

Fondsdirecteur Francisco Espejo Gil: “Iedereen in Spanje betaalt evenveel, of je huis nu op een berg staat of onderaan, dat zorgt voor mutualiteit en solidariteit.” Omdat het om ruwweg 24 miljoen woningen en 34 miljoen voertuigen gaat, ontstaat een voorspelbare cashflow en werd er een forse reserve opgebouwd. “Zonder dit stelsel zou een risicogedifferentieerde overstromingspolis in zo’n gebied duizenden euro’s per jaar extra kosten in plaats van tientallen.”

 

“De overstromingen van Valencia gaan ons ongeveer 4,8 miljard euro kosten”, vertelde Espejo Gil tijdens het webinar van de Vereende. “Het was vooral een management-uitdaging, geen financiële.” Wat Spanje uniek maakt in vergelijking tot Nederland is onder andere de snelheid. Op dit moment, binnen een jaar tijd is al 97% van de claims afgehandeld. Daar zou Nederland wat van kunnen leren, aldus de aanwezigen.

 

In Spanje hebben ze een zogenaamde ‘één-loket-functie’ voor dit type massale schade. Het is een aanpak die volgens De Vereende ook in Nederland het onderzoeken waard is: de overheid en de verzekeringssector bestuderen al enige tijd of één loket voor dergelijke schadeafhandeling mogelijk is.

 

Markt, overheid en moral hazard
De vraag voor Nederland is volgens Oomes eenvoudig geformuleerd en lastig beantwoord: “Niet óf de verzekerde verliezen stijgen, maar wíé welke risico’s draagt.” Ze waarschuwt voor moral hazard, als iedereen maar verwacht dat de overheid ons toch wel blijft redden. Net zoals dat bij de coronacrisis gebeurde: “Als burgers en verzekeraars verwachten dat de staat ’toch wel bijspringt’, remt dat premieprikkels én preventie. Dan denk je als verzekeraar: ‘dit laat ik liggen, de overheid lost het wel op’. En als burger: ‘dan hoef ik er niet voor te betalen’.”

 

Bij een echte catastrofe blijft overheidssteun wél logisch. “Als een ramp het hele land treft, dan is de overheid de insurer of last resort. Maar het lijkt me voor een verzekeraar wel prettig dat je vooraf goed weet wat de overheid wel of niet doet. Dus benoem vooraf welke triggers de overheid overneemt en wat bij de markt blijft. Dan kan kapitaal efficiënter worden ingezet.”

 

Wat vraagt dit van verzekeraars?
Oomes: “Wat we bedoelen met die kans op een ‘verzekerbaarheidscrisis’, is het feit dat risico’s in bepaalde gebieden onbetaalbaar worden. Dan worden huizen onhypothekeerbaar en daalt de waarde van onverzekerbaar vastgoed.” Volgens de econoom is het, kijkend door die internationale bril, opvallend dat er in Nederland nauwelijks discussie is over de verantwoordelijkheid van burgers. “Huiseigenaren moeten zich bewust zijn van de risico’s van wonen op een plek die potentieel overstroomd kan raken. Buiten de verzekeringswereld is hier weinig aandacht voor.”

 

Tot slot mag bij verzekeraars de eigen ‘ecologische voetafdruk’ volgens Oomes best wat meer op tafel: “Je kunt stellen dat verzekeraars indirect ook bijdragen aan klimaatverandering, via wie ze verzekeren. Die discussie wordt in de bankensector al jaren gevoerd. Maar in de verzekeringssector staat dit nog in de kinderschoenen. Als de sector zélf last heeft van stijgende klimaatverliezen, is dat des te meer reden om versneld na te denken over acceptatie- en beleggingsbeleid.”

Heeft u vragen m.b.t uw verzekering?
Neem dan contact met ons op. We zijn van maandag tot en met vrijdag van tussen 8.00 en 17.30 uur bereikbaar.

Bel 040 21 11 789 of mail ons op info@leve.nl