EU-richtlijn productaansprakelijkheid kan verzekeringen vergaand veranderen

De Europese Commissie werkt al een tijdje aan een nieuwe Europese richtlijn voor productaansprakelijkheid. De verwachting is dat de voorgenomen wijzigingen nogal wat impact gaan hebben voor bedrijven en daarmee ook voor de verzekeringsbranche. Advocaten Martin Krüger en Eva Schothorst belichten de veranderingen, die potentieel voor een hogere schadelast, maar ook nieuwe commerciële kansen zorgen.

 

Consumenten die schade lijden door een aangeschaft product dat gebreken vertoont, kunnen de fabrikant daarvoor aansprakelijk stellen. In de EU geldt een richtlijn voor productaansprakelijkheid – de basis voor de nationale wetgeving. Maar die richtlijn is al 38 jaar oud en was dus wel aan een opfrisbeurt toe. Daarom is er vorig jaar dor de Europese Commissie een aangepaste richtlijn voorgesteld.

 

De Commissie heeft drie redenen voor het opfrissen van de richtlijn: het is juridisch onduidelijk hoe de richtlijn moet worden toegepast op producten in de moderne digitale economie en de circulaire economie, voor benadeelden is de bewijslast zeker in complexe zaken een uitdaging en er zijn te veel beperkingen aan de mogelijkheden om een schadevordering in te dienen.

Massale aanscherping
De richtlijn, waarover nu nog politiek wordt onderhandeld, lijkt twee belangrijke gevolgen te hebben, zegt advocaat aansprakelijkheidsrecht Martin Krüger: “Marktpartijen moeten zich voorbereiden op een groter productaansprakelijkheidsrisico in Europa. Tegelijkertijd zal de productaansprakelijkheid zich in de toekomst ook uitstrekken tot marktpartijen voor wie deze kwestie tot dusver geen rol heeft gespeeld.” Kortom: de kans om aansprakelijk te worden gesteld is groter én het aantal partijen dat met productaansprakelijkheid zal worden geconfronteerd, neemt toe.

 

De drempel van 500 euro voor het claimen van materiële schade en de limiet van 85 miljoen euro voor lichamelijk letsel komen in de nieuwe richtlijn niet terug. Dat vergroot dus potentieel de schadelast en het aantal claims voor verzekeraars.

 

Aanscherping op digitaal gebied
Fabrikanten en importeurs hadden te maken met productaansprakelijkheid voor roerende zaken en elektriciteit. In het voorstel wordt de definitie van een product uitgebreid, waardoor ook software zoals apps en AI-systemen als een product wordt gezien. Wat hetzelfde blijft, is dat een product als gebrekkig wordt gezien als het niet voldoet aan de ‘gerechtvaardigde veiligheidsverwachtingen’ van een gemiddelde consument. Maar: “In de toekomst moet in dit verband uitdrukkelijk rekening worden gehouden met nieuwe aspecten zoals de cyberveiligheidseisen van het product. Dat wordt spannend, want deze eisen beginnen zich nog maar net te ontwikkelen”, voegt Krüger toe.

 

Meer partijen
Productaansprakelijkheid is er in de voorgestelde nieuwe richtlijn niet alleen meer voor degene die een product op de markt brengt. “In de toekomst kan een fabrikant ook aansprakelijk zijn als hij zijn product kan blijven controleren nadat het in de handel is gebracht, bijvoorbeeld door passende updates van de veiligheidssoftware, maar achterwege laat om gebreken via een update te verhelpen.”

 

Behalve de fabrikant en de importeur zullen in de toekomst meer partijen te maken krijgen met aansprakelijkheidsrisico’s binnen het kader van productaansprakelijkheid. Naast de fabrikant van het product (inclusief een potentiële privatelabelfabrikant) zijn dat:

  • de fabrikant van een defect component (halffabricaat);
  • een partij die het product ‘ingrijpend wijzigt’ zonder dat de oorspronkelijke fabrikant daar controle over heeft;
  • als er geen EU-fabrikant is de importeur en de gemachtigde van de fabrikant;
  • als er ook geen importeur of gemachtigde is, de fulfillmentdienstverlener (bij webshops zoals Amazon of Bol.com);
  • als geen van voorgaande partijen bekend is: elke distributeur als hij niet binnen één maand aan de consument de marktdeelnemer bekend maakt die het product aan hem heeft geleverd;
  • en onder bepaalde omstandigheden elk onlineplatform, als dat niet binnen één maand een in de EU gevestigde marktdeelnemer aanwijst.

 

“Deze uitbreiding is een van de grootste verrassingen van het ontwerp”, zegt Krüger, “omdat het betekent dat deze marktpartijen zich zullen moeten voorbereiden op productaansprakelijkheidsrisico’s, terwijl ze voorheen direct noch indirect met een dergelijke aansprakelijkheid werden geconfronteerd.”

 

De hoedanigheid van ‘gemachtigde van de fabrikant’ is geïntroduceerd in andere Europese productregelgeving om ervoor te zorgen dat altijd een partij binnen de EU kan worden gecontacteerd. Is een fabrikant buiten de EU gevestigd en verkoopt die partij rechtstreeks naar de EU, dan moet er een binnen de EU gevestigde partij worden aangewezen die verantwoordelijk is voor de zogeheten ‘materiële en formele conformiteit’ van een product, waaronder de veiligheid. “In de praktijk zal een grote vraag zijn of het bedrijfsmodel van een gemachtigde tegen de achtergrond van de nieuwe risico’s van de richtlijn productaansprakelijkheid een toekomst heeft. De gemachtigde moet met grote risico’s rekening houden. Naast passende contractuele afspraken met fabrikanten ontstaat hier ook een nieuwe rol van verzekeringen”, aldus Krüger.

Bewijslast verder verlicht
Een andere factor die de risico’s op aansprakelijkheid kan verhogen de schadelast wel eens kan doen oplopen, is dat de definitie van ‘gebrek’ wordt geconcretiseerd en de bewijslast voor het aantonen van productaansprakelijkheid fors wordt verlaagd. “Het voorstel kent een aantal bewijsvermoedens in het voordeel van de consument. Zo wordt het vereiste causale verband tussen productgebrek enerzijds en schade anderzijds voortaan ten gunste van de schadelijdende partij verondersteld als het product gebrekkig is en de schade doorgaans samenhangt met zo’n gebrek. In de toekomst zal de benadeelde dus minder hoeven te bewijzen als hij na een ongeval in verband met het gebruik van een product schadeclaims tegen de fabrikant of een andere partij wil indienen.”

 

En daarmee zijn we er nog niet, want aansprakelijkheid uitsluiten wordt ook moeilijker. “Gebrek aan kennis of herkenbaarheid van het gebrek aan het product toen het in de handel werd gebracht, zal de fabrikant in de toekomst bijvoorbeeld niet langer vrijwaren als het gebrek had kunnen worden verholpen door een update van de veiligheidssoftware. Dat heeft niet alleen consequenties voor de aansprakelijkheid in de tech-industrie als die na een paar jaar stopt met beveiligingsupdates voor ‘oudere producten’.”

 

Verplicht meewerken aan bewijs
Een grote verrassing noemt Krüger de mogelijkheid dat fabrikanten onder bepaalde omstandigheden kunnen worden gedwongen bewijsmateriaal te overhandigen dat de eisende partij nodig heeft om zijn vorderingen te staven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om ontwerpdocumenten of gedocumenteerde bevindingen van productmonitoring. “Doen zij dat niet of onvolledig, dan kunnen zij de zaak verliezen omdat er dan van wordt uitgegaan dat het product gebrekkig is. Het voorstel heeft kenmerken van het Amerikaanse disclosure-systeem.”

 

Schiet de consumentenbescherming door?
De weg naar toekenning van een productaansprakelijkheidsclaim wordt makkelijker voor consumenten. “Als dit voorstel wordt aangenomen, heeft dat grote impact op het risicoprofiel van fabrikanten en alle marktdeelnemers in de keten, en daarmee op verzekeraars”, vindt Eva Schothorst-Gransier van JPR Advocaten. Ze wijst op de mogelijkheid om collectieve acties in te stellen voor compensatie. “Alle EU-lidstaten moeten sinds 25 juni van dit jaar een mechanisme voor collectieve actie in hun wettelijk stelsel verankerd hebben. Hiermee kunnen burgers in de hele EU een (grensoverschrijdende) collectieve actie voeren als zij als consument, als passagier of als patiënt schade hebben ondervonden. Dat geldt ook als zij zaakschade hebben geleden onder de 500 euro.” Platforms moeten een beter beleid opstellen voor de partijen die zij toelaten”

 

Businessmodel fulfilmentdienstverlener en platforms onder druk
Schothorst beaamt dat de potentiële risico’s groot zijn. “Met dit voorstel is er een groter bestand aan bedrijven dat wordt blootgesteld aan een productaansprakelijkheidsclaim, waaronder de fulfilmentdienstverlener. Dat geldt nog meer, omdat onder een product nu ook software moet worden verstaan. Daarnaast kan ook voor psychisch letsel en verlies of corruptie van gegevens worden geclaimd. De drempel voor het indienen van een productaansprakelijkheidsclaim wordt lager, ook in internationaal verband.” Schothorst vindt dat de consumentenbescherming met dit voorstel te ver doorschiet. “Nu platforms onder omstandigheden ook kunnen worden aangesproken, zullen zij een beter beleid moeten opstellen voor de partijen die zij toelaten op hun platform en de informatie die de partijen aandragen. Dat zet hun businessmodel naar verwachting onder druk.”
Volgens Schothorst leeft de komende wijziging op het gebied van productaansprakelijkheid in de branche: “Bij beursmakelaars en een aantal verzekeraars staat het op de agenda. Het voorstel biedt kansen, want er dienen zich nieuwe doelgroepen aan. Ik kan me daarnaast voorstellen dat er extra modules of clausules en uitsluitingen gaan komen, bijvoorbeeld voor collectieve acties.”

Mocht u met ons over verandering van de termijn op uw bedrijfsschadeverzekering willen praten, neem dan contact met ons op.
We zijn van maandag tot en met vrijdag van tussen 8.00 en 17.30 uur bereikbaar.

Bel 040 21 11 789 of mail ons op info@leve.nl